Overal langs het westelijk Antarctisch Schiereiland zijn miljoenen walvissen, pinguïns en zeehonden het hele jaar door afhankelijk van krill (Euphausia superba). In de snelst opwarmende regio van het continent worden ze nu geconfronteerd met een extra en ongekende bedreiging.
Voor het eerst in 15 jaar kunnen industriële vaartuigen in deze regio meer en geconcentreerder op krill vissen. Afgelopen augustus werd de recordvangstlimiet bereikt, wat leidde tot een ongekende vroegtijdige sluiting van de visserij. Deze verandering volgt nadat de Commissie voor de Instandhouding van de Antarctische Mariene Levende Hulpbronnen (CCAMLR), de multilaterale instantie die verantwoordelijk is voor het behoud van mariene soorten in de Zuidelijke Oceaan, een cruciale beschermingsmaatregel (CM 51-07) in 2024 heeft laten vervallen. Daarmee werden de voorzorgsmaatregelen opgeheven die voorheen de vangsten over de regio verdeelden om de directe concurrentie tussen de visserij en krillafhankelijke roofdieren te verminderen.
Hoewel dit nieuwe scenario technisch gezien geen regels overtreedt, zou dit wel eens precies het probleem kunnen zijn. Vissen binnen de vangstlimieten kan nog steeds een negatief effect hebben op krill-afhankelijke roofdierpopulaties. De ecologische gevolgen kunnen wijdverbreid zijn, terwijl de voorzorgsprincipes van de CCAMLR op de proef worden gesteld.
Bron: Mongabay
