Zowel het Arctische als het Antarctische zee-ijs lijken hun respectievelijke seizoensgrenzen te naderen, waarbij het laagste niveau aan het einde van de zomer in het noorden wordt bereikt, en het hoogste niveau wanneer de winter eindigt in het zuiden. Op Antarctica wordt doorgaans de periode rond het maximum gekenmerkt door grote variabiliteit, maar op dit moment ligt de omvang van het zee-ijs meer dan 1 miljoen vierkante kilometer onder het vorige laagterecord uit 1986.