De vroegste pogingen om planten op Antarctica te laten groeien, waren voornamelijk gericht op het verstrekken van voeding aan ontdekkingsreizigers.
In 1902 was de Britse arts en botanicus Reginald Koettlitz de eerste persoon die voedsel verbouwde op Antarctische bodems. Hij verzamelde wat aarde van McMurdo Sound en gebruikte het om mosterd en tuinkers te kweken in dozen onder een dakraam aan boord van het expeditieschip. De oogst was meteen gunstig voor de expeditie. Koettlitz produceerde genoeg dat tijdens een uitbraak van scheurbuik, de hele bemanning de greens at om hun symptomen te helpen voorkomen. Dit vroege experiment toonde aan dat Antarctische bodem productief zou kunnen zijn en wees ook op de voedingsvoordelen van vers voedsel tijdens poolexpedities.
Er zijn veel meer pogingen gedaan om niet-inheemse planten in het Antarctische landschap te introduceren, maar over het algemeen hebben ze niet lang overleefd. Hoewel de grond zelf enig plantenleven kon ondersteunen, was de barre omgeving niet vriendelijk voor plantenteelt.
In 2015 waren er minstens 43 verschillende faciliteiten op Antarctica waar onderzoekers op een of ander moment planten hadden gekweekt. Hoewel deze faciliteiten nuttig waren voor wetenschappelijke experimenten, waardeerden veel Antarctische bewoners het om in de winter verse groenten te kunnen eten en beschouwden deze faciliteiten als enorme voordelen voor hun psychisch welzijn.
Bron: Interesting Engineering